geen

Ewald Mensink: Aan Grond Gebonden

 

Zaterdag 8 november 2014 om 14.00 uur zal  in het Oale Roadhoes te Tubbergen ‘Aan Grond Gebonden’ worden gepresenteerd. Het boek telt zo’n 400 pagina’s en bevat een zeventigtal foto’s. Het geheel is van ruim 1200 bronvermeldingen en annotaties voorzien. De eerste exemplaren zullen aan een nazaat van de erfmarkerechter ; jhr. L.D.M.T. von Bönninghausen en aan burgemeester mr. M.K.M. Stegers worden overhandigd.. Tijdens de presentatie van het boek zal Ir. Jos Hövels spreken over de Twentse Erven en em. prof. dr. Anne van der Meiden over de Twentse sproake.

 

De publicatie is tot stand gekomen met financiële ondersteuning van de Ridderschap van Overijssel en van de Stichting Instandhouding Havezathe Herinckhave. 

 

Dit is het verhaal van Noord-Twente, in het bijzonder van de gemeente Tubbergen in de jaren rond 1900. Het is een omslaggeschiedenis die opent met een klootschietwedstrijd. Het oude spel blijkt anno 1926 niet meer te zijn wat het was. Men is ‘het echte’ kwijt, zo schrijven de kranten van die tijd. Veertig jaar daarvoor, ten tijde van de beroemde tweekamp die door de Dree Dieksen was gewonnen, was alles nog goed geweest. Als het oude natuurspel zo is veranderd dat ‘het echte’ verloren is geraakt, kan het niet anders of de mens in zijn omgeving moet veranderd zijn. Wat is er in de tussenliggende jaren gebeurd? Dat is de vraag die in dit boek centraal staat. Het is een – soms persoonlijk – verslag van de zoektocht naar een antwoord.

 

Door mee te reizen met Amsterdamse studenten in het begin van de negentiende eeuw, worden we de streek binnengeleid in een tijd dat het erf-markerichterschap overgaat in een burgemeesterschap en waarin opeen-volgende leden van de familie Von Bönninghausen vanaf Herinckhave hun bestuurlijke rol vervullen. We komen gaandeweg terecht in een tijd van grote veranderingen die soms sluipend en soms plotseling gestalte krijgen. Terwijl de eenwording van Nederland via wet- en regelgeving en aanleg van  infra-structuur   in  hoog

tempo tot stand wordt gebracht,  ontmoeten  we  een  bevolking die rond 1910 smerig water uit de grond put en die geen behoefte heeft aan elektriciteit, de energiebron die zeer nabij in de Twentse textiel al jaren in gebruik is. Met grote gelatenheid worden de grillen van het lot geaccepteerd, maar tegelijkertijd zijn dit ook de jaren waarin onrust ontstaat. De wegen, of liever de zand- en modderpaden, die altijd hebben volstaan, zijn ineens niet goed genoeg meer. De bevolking gaat massaal klagen. Wanneer een generatie langdienende onderwijzers wordt afgelost houden de van buiten komende nieuwelingen niet lang stand. Ze vluchten bij een eerste bezoek aan wat hun nieuwe werkplek had moeten zijn. Aan de Leerplichtwet kan men niet of slechts met moeite voldoen, zoals men in de voorliggende jaren niet aan de Gezondheidswet had kunnen voldoen, omdat er nou eenmaal geen dokter of vroedvrouw te vinden was die in Noord-Twente wilde werken. Dwingende Haagse regels houden geen rekening met het leven in deze ‘buiten het verkeer’ gelegen gemeenschap.

 

We zijn in een bijzondere streek waar in het begin van de negentiende eeuw de horigheid nog blijkt te bestaan. Hier liggen eilandjes van ontgonnen grond in een zee van woestenij. Hoe merkwaardig abrupt is deze zelfvoorzienende landbouwgemeenschap gescheiden van het industriële deel van Twente. Hier runnen de boeren hun bedrijf zoals dat sinds mensenheugenis gedaan werd. Eeuwenoude Twentse erven zijn de sociale kern van deze samenleving die zich kenmerkt door het samenspel van de besloten familiehuishouding en de zorg voor elkaar in het noaberschap. Net zo in zichzelf gesloten was het agrarisch systeem van heidesnik, potstal en heideplaggen eeuwenlang geweest. Het levert een vruchtbare maar kwetsbaar dunne teeltlaag. Dat dwingt tot behoedzaamheid. Zoals de mens de grond beïnvloed en vormt, zo vormt en beïnvloedt de grond de mensen die er op wonen. Die wisselwerking bepaalt het leven in deze contreien

U treft meer info aan in de rubriek Kalender.