Voorzitter Johan Laman Trip: Kaalslag keren
Dat er boerderijen gesloopt worden, is niets nieuws. Of het nu gebeurde in het spoor van de industrialisatie of de urbanisatie of gewoon de ruilverkaveling, de boerderijen moesten het veld ruimen. Ouwe troep, weg ermee. Maar het beangstigende is dat die tendens zich voortzet.
Langzamer, dat is waar, maar dat komt omdat er steeds minder boerderijen overblijven.
In Nederland is het verzet tegen die kaalslag pas laat op gang gekomen. Het meest uitgesproken zijn de zeventien regionale stichtingen voor boerderijbehoud. Die hebben hun krachten gebundeld in de koepelorganisatie Stichting Agrarisch Erfgoed Nederland (AEN). In mei bestaat die stichting 5 jaar.
De aandacht voor het behoud van historische boerderijen is al ouder.
Zo bestaat de Boerderijstichting Fryslân al dertig jaar en is de (voorloper van de) Brabantse stichting nauwelijks jonger. De jongste, Twentse Erven, is net vijftien maanden actief. Het verzet groeit. Maar is dat genoeg om de maatschappelijke en culturele kaalslag te keren?
In 2003 en 2013 hebben landelijke manifestaties plaatsgevonden om de aandacht van politiek en publiek op het probleem van de snel eroderende boerderijenbestand te vestigen. Hoewel het besef van het probleem weerklank vond, is de situatie nauwelijks structureel verbeterd. Doemdenkers vrezen dat het aantal historische boerderijen binnen tien jaar is teruggelopen naar een kleine 90.000 – van de 400.000 die de oorlog overleefden.
Dat tekent het probleem, om niet van een crisis te spreken. Er is verzet nodig tegen deze sluipende vernietiging van ons agrarische erfgoed. Bij haar eerste lustrum roept de AEN allen op, Haagse, provinciale en gemeentelijke beleidsmakers, projectontwikkelaars, bouwers, ontwerpers, de collega’s van de FIM (Federatie Instandhouding Monumenten) en vooral de betrokken burgers, om deze kaalslag te keren.
___________________________________