20 juli 2017 | Jaarlijks stoppen 2.000 boeren met hun bedrijf. De voorspelling is dat er tot 2030 nog eens 24.000 bedrijven worden beëindigd. Voor een aanzienlijk deel gaat het om historische boerderijen die hun agrarische functie verliezen. We hebben te maken met schaalvergroting en bijbehorende opvolgings- en overdrachtsvraagstukken. In drie verschillende expertbijeenkomsten met ervaringsdeskundigen, professionals en belangstellenden werd gezocht naar antwoorden.
Hoe zorgen we ervoor dat agrarisch erfgoed functioneel en economisch verantwoord behouden blijft. Daarbij zijn we in de eerste plaats afhankelijk van de eigenaren de boerderij op den duur overdragen aan een volgende generatie of verkopen aan derden. Waar lopen ze tegenaan bij deze overdracht? Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de struikelblokken? AEN organiseerde de bijeenkomsten in het kader van haar driejarenprogramma ‘Agrarisch erfgoed en omgeving’.
Verandering van functie van agrarisch erfgoed
Veel agrarisch erfgoed gaat de toekomst in zonder agrarische bestemming. De agrarische activiteiten zijn niet rendabel genoeg of het agrarisch erfgoed is simpelweg niet meer geschikt. Denk aan de stolpboerderijen in Noord-Holland of de Zeeuwse boerderijen omringd door suikerbietenplanten. Dit soort boerderijen zijn wel kenmerkend voor het karakteristieke platteland.
Maar past de nieuwe bestemming wel binnen het landschap? Dat is van wezenlijk belang. Door de omgeving leidend te maken, behouden we de huidige uitstraling van het platteland en blijven de dorpsbewoners zich er thuis voelen. Daarbij geldt natuurlijk wel dat het landschap, net als de rest van de wereld, in beweging is. En dat is ook niet erg. Het gaat om het integraal ontwikkelen, verbindingen tussen gebouwen en verhalen, mensen en evenementen. Alleen op die manier creëer je waarde voor het platteland.
Niet alleen de nieuwe bestemming moet passen in het landschap. Ook is het van belang dat de bewoners ervan integreren in het dorp. Vroeger, toen vrijwel iedereen een agrarische achtergrond had, ging dat vrij gemakkelijk. Nu is het aan zowel de nieuwe bewoners als de dorpsbewoners om elkaar actief op te zoeken.
Wetten, regelgeving en emoties
Bij een functieverandering van het erfgoed lopen nieuwe eigenaren vaak tegen allerlei hindernissen aan zoals bestemmingsplannen en fiscale belemmeringen. Dat overdracht aan erfgenamen gemakkelijker is dan aan derden, is niet gezegd. Ook bij de overgang van erfgoed van generatie op generatie spelen regelgeving, fiscale eisen en marktomstandigheden een rol. Daarbij hebben we het nog niet over de emotionele kant. Vaak gaat het om agrarisch erfgoed dat al jarenlang eigendom is van de familie. Niet alleen de zoon/dochter die het overneemt, maar ook de andere kinderen moeten het eens zijn met de plannen.
Een regisseursrol voor de boerderijstichtingen
De overdracht van agrarisch erfgoed moet dus goed worden geregisseerd. De boerderijstichtingen kunnen hierin een belangrijke rol spelen, ook omdat de overheid zich steeds verder terugtrekt en het hen bovendien ontbreekt aan kennis. De stichtingen kunnen lokale initiatieven verbinden. En ze kunnen de nieuwe eigenaren bewustmaken van de waarde van hun eigendom en de rol ervan in de geschiedenis van de streek.
De kennis en liefde voor agrarisch erfgoed is binnen de stichtingen zeker aanwezig. AEN is echter beperkt in haar menskracht door haar vrijwilligerskarakter, evenals de regionale boerderijstichtingen. Wellicht is een zekere professionalisering nodig in de vorm van een kern van betaalde professionals die zowel overheden als eigenaren actief kunnen benaderen. Of houden we vast aan ‘small is beautiful’ en pakken we deze opgave stap voor stap aan? Stof tot nadenken!
Van elk van de drie expertbijeenkomsten is een uitgebreide journalistieke impressie beschikbaar. Lees ze hier:
Wie volgt? – Maarten Ettema 2017
Verbonden door de stolp – Maarten Ettema 2017
Verhalen vertellen in Zeeland – Maarten Ettema 2017 – corr