geen

Hoe staat het met het project BIM?

20 dec. 2017 | Het project Boerderij Inventarisatie en Monitoring, kortweg BIM (niet te verwarren met het ingeburgerde begrip Bouw Informatie Management), is na een gedegen voorbereiding, van start gegaan in maart 2016. Nu, een kleine twee jaar verder, is het eind van de proefperiode in zicht. Met de financiële steun van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en van de Provincie Overijssel, zijn in een aantal Overijsselse gemeenten de boerderijen “geteld”. De resultaten daarvan worden in de komende drie maanden geëvalueerd. Een schets van hoe het er nu voor staat:

Boerderijen in de gemeente Losser, TwenteWat is BIM?
De kern van het project BIM laat zich als volgt beschrijven:
Het inventariseren (het “tellen”) van boerderijen geeft inzicht in de omvang en de kwaliteit van de voorraad als boerderij te definiëren gebouwen. Het levert kennis over functie c.q. gebruik, ouderdom, staat van onderhoud en type. En omdat in het bestand in principe alle boerderijen worden opgenomen, ontstaat betrouwbaar instrumentarium voor onderzoek en beleid.
De in later stadium geplande monitoring van de onderzoeksobjecten zorgt voor het noodzakelijk inzicht in de veranderingen die zich in de loop van de tijd voltrekken.
De gekozen methodiek is bottom-up en kenmerkt zich daardoor. Door gebruik te maken van lokale krachten, te vinden bij de betrokken boerderijenstichtingen en de plaatselijke oudheidkundige verenigingen, wordt optimaal gebruik gemaakt van de al aanwezige, vaak gedetailleerde kennis. De betrokkenheid van de gebiedskenners, mensen die een bepaald deel van het buitengebied goed kennen bijvoorbeeld omdat ze er zelf middenin wonen, vormt de motor van het project BIM.

Beleidsbeïnvloeding
Het bredere belang van het uitvoeren van dit onderzoek ligt vooral in de noodzaak om gehoord te worden in het beleid. Het behoort tot de primaire taak van Agrarisch Erfgoed Nederland om in overheidskringen en andere gremia op deskundige wijze van zich te laten horen. Grondige kennis van de stand van het agrarisch erfgoed is daarbij absolute voorwaarde. Het project BIM is mede om die reden in gang gezet.

Het verloop van het proces tot nu toe
In het eerste jaar, 2016, is er op alle voor het project BIM relevante onderdelen nuttige en voor het vervolg noodzakelijke ervaring opgedaan: of het nou gaat om het definiëren van het object van onderzoek, het inrichten van de datastructuur, het optuigen van het werkproces, het organiseren van de benodigde menskracht of om het projectmatig samenwerken met de leverancier van de software. Dit betrof allemaal BIM 0.1, de eerste fase van het project.

Van BIM 0.1 naar BIM 0.2
Inmiddels is begin 2017 overgestapt naar BIM 0.2. Die overstap was in zekere zin beperkt, in die zin dat de uitgangspunten, de definities en de doelen van het project niet hoefden te worden veranderd. De belangrijkste redenen voor een gewijzigde aanpak lagen op het vlak van de onderzoekswerkwijze en de daarbij behorende werkverdeling. Ook de in de eerste fase van het project gebruikte onderzoeksmethode en de toegepaste software gaven aanleiding te kiezen voor een efficiënter proces.

Spelers en software
Dit alles heeft geresulteerd in de herinrichting van de werkzaamheden, waarin de taken (de rollen) van de diverse spelers anders verdeeld zijn. Zo wordt er minder gevraagd van de zgn. veldwerkers. Het grootste deel van het werk wordt verricht door de gebiedskenner, achter het beeldscherm.
Ook is er een nieuwe softwareleverancier gevonden, het bureau Beonder, samenwerkend met de serviceprovider Riskchanger. Er wordt nu gewerkt met een ‘webbased audit-software’, oorspronkelijk ontwikkeld voor toepassing op het gebied van verzekering van vastgoed.

Voorbeeld van BAG en GlobespotterDe data
Voor de gegevens, de data, die de basis vormen van het onderzoek, maken we gebruik van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), van het geografisch informatiesysteem Globespotter en waar mogelijk van het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Voor de aanlevering van die gegevens wordt getest met API-technologie (Application Programming Interface).

Presenteren
BIM 0.2 is inmiddels op diverse bijeenkomsten gepresenteerd, zoals het Platform Agrarisch Erfgoed, de Erfgoedacademie (A&O), het ErfgoedEvent, de gemeente Raalte (VAB Salland), aan boerderijenstichtingen en laatstelijk, op het AEN-congres Gebruik de boerderij! Daarmee is nuttige informatie opgehaald over de manier waarop men met de verzamelde gegevens zal kunnen gaan werken.

De resultaten aan het einde van het project
Voorzover nu valt vast te stellen zal het project aan het einde van de fase BIM 0.2 het volgende opleveren:
–  De inventarisatie van gegevens van de boerderijen de gemeenten Rijssen-Holten (ca. 800 boerderijen) en Olst-Wijhe (ca 1000 boerderijen).
–  Een volgens de gewenste structuur opgebouwde database met goed-werkende, ondersteunende software, die voldoet aan de eisen van efficiënte invoer en beheer. Deze software geeft vele mogelijkheden tot het bevragen van de verzamelde gegevens en het analyseren ervan.
–  Een inzichtelijke beschrijving van de opbouw van het systeem en een goed hanteerbare gebruikershandleiding.

Het gebruik in de praktijk
Voor de resultaten is het van belang bij toekomstige gebruikers te toetsen of de verzamelde data én de daarmee te maken combinatiemogelijkheden, voldoen aan de verwachtingen. Met andere woorden: zijn de geïnventariseerde gegevens bruikbaar in de praktijk. Levert het voldoende op om beleid te maken of te beïnvloeden, biedt het een kapstok bij het inrichten van omgevingsplannen, kunnen erfgoed-organisaties de bestanden gebruiken voor verdiepend onderzoek. De in de software opgenomen analyse-tools bieden de mogelijkheid allerlei vergelijkingen te maken: per gebied, per straat, per type, per bouwjaar, etc.. De verwachting is dat die flexibiliteit voor de toekomstige gebruikers van veel nut zal blijken te zijn.

Hoe nu verder?
Eerst komt er een eindevaluatie, uit te brengen omstreeks maart 2018. Daarin staan conclusies ten aanzien van de inhoud, de resultaten en de gehanteerde methodiek. Bovendien wordt een aanzet gegeven voor het vervolg van het project. Het is nu nog te vroeg op dat laatste vooruit te lopen, maar wel kan al worden vastgesteld, dat de ervaringen met deze manier van inventariseren per saldo positief beoordeeld kunnen worden. Er is dus alle reden op zoek te gaan naar mogelijkheden het project BIM voort te zetten en over te stappen naar BIM 0.3.

Voor meer informatie: neem per e-mail contact op met Gerard Hendrix of Ewoud van Arkel